Bouwhistorische verkenning
Deze vorm van bouwhistorisch onderzoek wordt, evenals een bouwhistorische opname, het meest gevraagd en uitgevoerd. Het verschil met een bouwhistorische verkenning is de mate waarin de bouwhistorische onderdelen, structuren en sporen in het zicht zijn. Afhankelijk van de hoeveelheid afwerkingen die in het monument aanwezig zijn, zoals voorzetwanden of verlaagde plafonds, wordt aan de hand van bijvoorbeeld structuren, de plaats van het object en gegevens uit de verschillende archieven, onderzoek verricht naar de nog mogelijke aanwezige monumentale onderdelen. Kennis van andere monumenten is daarbij van essentieel belang om de gevonden informatie in een bouwhistorische context te kunnen plaatsen. Deze vorm van onderzoek wordt daarom dan ook wel een bouwhistorische opname op hoofdlijnen of quick scan genoemd.
Een bouwhistorische verkenning of opname met cultuurhistorische waardestelling (of waardering) wordt vaak gevraagd door gemeenten wanneer u een omgevingsvergunning-aanvraag voor een gemeentelijk of rijksmonument indient. Het bouwhistorisch onderzoek legt de basis voor de monumentale waardering.
In veel gevallen volstaat een onderzoek waarbij aannames gedaan worden bij het waarderen van de historische elementen. Deze kunnen later eventueel nog worden bijgesteld wanneer meer bouwhistorische elementen en sporen in het zicht komen.
We spreken dan van een bouwhistorische opname.