
In voorgaande eeuwen zijn er in ons land veel verschillende hofjes
gesticht, waarvan er in Leiden tegenwoordig nog vijfendertig over
zijn. De benaming hof verwijst naar een omheinde plaats waarin
gebouwen, tuinen of andere elementen een eenheid vormen, zoals
een hofstede, een paleiselijk hof, een gerechtshof of een kerkhof.
Deze opzet geldt ook voor het hofje waarin een bepaald type huisjes
werd gebouwd voor een nader aangeduide groep bewoners, zoals
arme lieden of ouderen.
Terwijl in Leiden vrijwel alle hofjes ook als hofje werden
aangeduid, was er in 1668 sprake van de stichting van een hofje
‘genaemt Joost Franszn. Poort’. Deze afwijkende benaming laat een
verschil zien met de andere hofjes. Een poort was een doodlopend
straatje waarin enkele huisjes stonden die meestal tegelijkertijd
gebouwd waren, maar afzonderlijk gebouwde huizen van verschillende
eigenaren waren zeker geen uitzondering. Dit gold ook voor de
Joost Franszn. Poort. Behalve de tien huisjes die de vader van Joost
Fransen van der Linden had gebouwd, stonden er nog enkele andere
in het poortje, dat voor de stichting van het hofje nog het Schalck- of
Jan Schalckenpoortje heette. Omdat Joost Fransen van der Linden
bij testament had bepaald dat de huisjes voor ‘eeuwig’ bewoond
moesten worden door arme lieden die hiervoor geen huur hoefden
te betalen, kreeg de poort het karakter van een hofje. De aanstelling
van regenten voor het bestuur ervan versterkte dit karakter.
Het hofje werd door de jaren heen op verschillende manieren
aangeduid, bijvoorbeeld als ‘het remonstrantse hofje’. Tegenwoordig
heet het officieel de Joost Fransen van der Lindenspoort.

Men heeft verschillende keren geprobeerd de (ontstaans)geschiedenis 9
van het hofje op papier te zetten.
Een eerste poging werd ondernomen door de regent dr. Krigthout,
wiens werk na zijn vertrek in 1747 door opvolgende regenten voortgezet
zou worden. Hiervan zijn helaas geen stukken teruggevonden, noch
van de latere pogingen. Wel zijn er in het archief van Erfgoed Leiden
en Omstreken nog restanten aanwezig van een omvangrijk archief dat
de remonstrantse regenten door de eeuwen heen hebben aangelegd.
Onder andere notulen, testamenten, koopakten, verzoekschriften,
lijsten van bezittingen, aankoopbonnen van preuven en beeldmateriaal
zijn de basis geweest voor het opnieuw beschrijven van de geschiedenis
van de Joost Fransen van der Lindenspoort. In dit boek leest u het
resultaat daarvan.
Het boek is momenteel te koop bij de boekhandel Kooyker op de Breestraat in Leiden of bij de regenten van het de Joost Fransen van der Lindenpoort
Geef een reactie